vrijdag 28 december 2012

Kevin Absillis en de linkse kerk

Het vierdelig essay van Kevin Absillis in De Morgen dat progressieve anti-nationalisten aan de kaak stelde, hoe warrig ook, heeft alleszins de verdienste dat het voor een aantal boeiende reacties zorgde. En, om eerlijk te zijn, het was zelf ook niet geheel zonder mérites. Sommige quotes die Absillis verzamelde van progressieven die, in hun haast om het vlaams-nationalisme te veroordelen, elk gevoel van collectieve identiteit afzweren en belachelijk maken, deden pijn aan de ogen. Tot hier levert hij terechte kritiek: de verheerlijking van absoluut postmodern individualisme en fragmentatie is allesbehalve progressief. De ‘vrije keuze’ van het ontvoogde individu voor wie geen gemeenschappelijke verhalen meer gelden, is de schijnkeuze van de consument in de supermarkt - de keuze tussen vijftien varianten van dezelfde rommel die hem of haar door de commercie worden aangepraat.

Wanneer Absillis dit echter aangrijpt om te argumenteren dat progressieven ook (vlaams-)nationale gevoelens moeten cultiveren, gaat hij jammerlijk uit de bocht. Ja, er is dringend nood aan collectieve identiteitsvorming. Maar -sorry Kevin en Siegfried- taal of bloedbanden (het jus sanguinis van de nationalisten) zijn nog steeds even belachelijke en gevaarlijke fundamenten voor identiteitsvorming als in de jaren dertig (om er dan weer een andere beladen uitspraak van de voorbije week bij te halen).

Het goede nieuws is dat er voor progressieven kansen te over zijn om een eigen collectieve identiteit naar voor te brengen. Bijvoorbeeld de identiteit als moderne vrijzinnige, aansluitend bij het huidige debat over een positieve, collectieve invulling van wat het betekent om humanist te zijn. Of de identiteit als Europese sociaal-democraat, met een gezamenlijke politieke agenda om de EU op te bouwen tot meest sociale en vredelievende machtsblok ter wereld. Of de identiteit als cultuurliefhebber, met als opdracht het opnieuw definiëren en populariseren van een nieuwe, emancipatorische cultuurcanon.

Dit zijn publieke identiteiten waar de progressief voor zou moeten strijden. Zoals Prof. Tom Verschaffel in zijn reactie beklemtoonde, is het absurd te stellen dat een progressief tegen ‘identiteit’ zou zijn. Echter, een progressief weet dat een identiteit niet eeuwigdurend is of zomaar gegeven, maar dat elke identiteit een doelbewuste constructie is. Ook de Vlaamse? Parbleu, ook die! Onder Bracke is de VRT-nieuwsredactie beginnen te spreken over “wij Vlamingen”, “de Vlaamse eisen”, en zelfs de “Vlaamse kust”. Woestijnvis heeft Bart De Wever gecast als de “vertolker van de sympathieke no-nonsense Vlaming”. Waarom niet dezelfde middelen inzetten om een moderne, gemeenschappelijke identiteit als humanisten, Europese sociaal-democraten, of cultuurliefhebbers breed ingang te doen vinden?